Arie Slob, fractievoorzitter van de ChristenUnie, heeft z’n huiswerk gedaan.
Hij liet economen serieus kijken naar toekomst van de euro en de
mogelijkheid van een Grieks vertrek uit de eurozone.

Het is een goed rapport. De auteurs zetten de voor en nadelen van de Europese
Monetaire Unie (EMU) helder op een rij en analyseren op systematische wijze
verschillende toekomstscenario’s. Er wordt verwezen naar de relevante
literatuur en de beschikbare data worden op juiste wijze gebruikt.

Vergeleken met het gulden-rapport dat begin dit jaar in opdracht van de PVV
verscheen, is deze door de ChristenUnie bestelde analyse een voorbeeld van
rationaliteit en evenwichtigheid.

Is de conclusie van de auteurs daarmee ook juist? Allerminst. Er is heel wat
aan te merken op de analyse, die een aantal keer op essentiële punten de
plank finaal misslaat en de belangrijkste vragen onbeantwoord laat.

Eerst even terug naar de reden van dit rapport. Eind mei van dit jaar vroeg
ChristenUnie-leider Arie Slob aan professor Johan Graafland om te
onderzoeken of er andere mogelijkheden zijn met de monetaire unie dan
doorgaan op de ingeslagen weg. Hij wilde vooral weten of de unie zou kunnen
worden opgesplitst in noord en zuid, met een neuro en een zeuro.

Op die vraag geeft het onderzoek duidelijk antwoord: nee, een splitsing van de
EMU is geen goed idee. De Zuid-Europese landen zullen geen reden hebben om
zich in een zuidelijke muntunie te verenigen. Zuid-Europa is net zo min een
‘optimaal valutagebied’ als de EMU nu.

Optimaal valutagebied

Die theorie van het optimale valutagebied is de analytische bril waarmee de
auteurs het vraagstuk steeds bekijken. Voldoet het eurogebied aan de
minimale eisen zoals die al in de jaren zeventig door economen zijn
geformuleerd? Is er voldoende handel tussen de lidstaten, en voldoende
arbeidsmobiliteit? Lijken de economieën voldoende op elkaar, om met
hetzelfde monetaire beleid te kunnen leven? En zijn de lidstaten in staat om
individuele schokken op te vangen?

Het antwoord van het rapport luidt: ontkennend. De EMU is en was geen optimaal
valutagebied. Dat is een duidelijk antwoord. Maar niets nieuws. Al vóór de
invoering van de euro werd hier door economen op gewezen. Zo beschouwd voegt
het rapport weinig toe.

En belangrijker nog is, dat het wel of niet zijn van een optimaal valutagebied
relatief weinig te maken heeft met de huidige crisis. Zoals het Centraal
Planbureau in het boek Europa in Crisis stelt, is de eurocrisis niet zozeer
veroorzaakt door het feit dat de EMU geen optimaal valutagebied was, maar
door de verwevenheid van de financiële sector die de door de komst euro is
gestimuleerd, gecombineerd met grote kapitaalstromen en gebrekkig
bankentoezicht.

De theorie van het optimale valutagebied, de rode draad van het rapport, is
dus niet de beste kapstok voor de analyse.

Griekse exit

Dan de conclusies. De auteurs stellen dat Griekenland beter af is buiten de
eurozone. En dat een Griekse exit ook beter zou zijn voor de andere
eurolanden. Alweer wordt deze stelling netjes onderbouwd. Een wereld waarin
Griekenland een eigen munt heeft, is een betere wereld.

Interessant. Maar dit beantwoordt niet de essentiële vraag: hoe kom je in die
betere wereld? Zodra Griekenland aankondigt de drachme weer in te zullen
voeren, vlucht al het Griekse vermogen direct naar het buitenland. Dat
schaadt het land meer dan de huidige bezuinigingen doen.

De auteurs erkennen dat probleem, maar hebben geen praktische oplossing. De
overheid zou de invoering stiekem moeten doen, zonder het iemand te
vertellen. En de grenzen voor kapitaal moeten worden gesloten om
kapitaalvlucht te voorkomen.

In een democratie van munt veranderen zonder dat iemand het van te voren weet,
lijkt me illegaal. En de grens sluiten voor kapitaal (ook zonder dat iemand
het weet), lijkt me onmogelijk. Het wordt hoe dan ook een rommeltje. Ik zou
niet durven te voorpellen dat Griekenland per saldo beter uit die
rommelperiode komt.

Schuld kwijtschelden

Bovendien erkennen de auteurs dat als Griekenland nu zijn schuld al niet kan
terugbetalen in euro’s, dat zeker niet zal lukken in (zwakke) drachmen. We
moeten het land dus eerst zijn schulden kwijtschelden, adviseren de
economen.

Hoe we dat gaan doen, wie het gaat betalen, of de Griekse banken dat
overleven, hoe de Europese Centrale Bank het verbod op kwijtschelding gaat
omzeilen: dat soort praktische vragen komen helaas niet aan bod. Eerst
schulden wegstrepen en dan in één keer, zonder dat iemand het merkt de
drachme invoeren, is het weinig praktische advies.

Zo kan ik het ook. De uitvoering is juist het probleem. De weg naar een
drachme en houdbare schuld. Daar had het rapport over moeten gaan.

Besmettingsgevaar

En natuurlijk had er ook iets in moeten staan over de ‘olifant in de kamer’:
het besmettingsgevaar van een Griekse exit voor andere eurolanden. Zodra de
Grieken hun schuld niet meer in euro’s terug betalen, zal de rente in
Spanje, Italië en Portugal omhoog schieten. De optie dat schuldeisers hun
geld niet, of in een zwakkere munt krijgen terugbetaald wordt ingeprijsd.
Die besmetting is de essentie van de eurocrisis en de reden waarom simpele
oplossingen niet bestaan.

Maar het rapport stapt er eenvoudig overheen. De auteurs zien het gevaar en
schrijven: “Dit risico kan alleen het hoofd worden geboden als de Europese
Unie tegelijkertijd een overtuigend signaal geeft dat met de uittreding van
de zwakste schakel er meer ruimte ontstaat om het resterende deel van de
eurozone sterker te integreren.”

Dus president Herman van Rompuy van de raad van regeringsleiders moet de
markten ervan overtuigen dat de exit van Griekenland de toekomst van Spanje
in de eurozone niet onwaarschijnlijker, maar juist zekerder maakt.

We verklaren dat het besmettingsgevaar niet bestaat, ook al bewijst drie jaar
van uitdijende eurocrisis dat de markten daar heel anders over denken.

Lees ook op Z24.nl:

Fractieleider ChristenUnie: Grieken uit de euro

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl